Is er een rol weggelegd voor de gemeente bij de oplossing van het conflict?

Soms zijn er conflicten waar de gemeente niet zoveel aan kan doen. Niet elke burenruzie kan door gemeentelijk ingrijpen verholpen worden – en van dorpsbewoners mag zelf ook enig conflictoplossend vermogen verwacht worden. Ernstiger wordt het als de leefbaarheid van een dorp bedreigd wordt, zonder dat de gemeente daar meteen een antwoord op heeft. Als de laatste winkelier van het dorp ermee ophoudt vanwege pensioen of dreigend faillissement, en er dient zich geen opvolger aan, wat kan de gemeente dan doen?

Blijf in ieder geval niet aan de zijlijn staan. Als de leefbaarheid van het dorp ernstig bedreigd wordt, dan is het de facto een zaak van de gemeente geworden. Je zult dus een actieve rol moeten vervullen bij de oplossing van het conflict. Ga in gesprek met het dorp en met de andere partijen, kies zoveel mogelijk de rol van coach en neem – waar mogelijk – de regierol in.

Bijvoorbeeld in:

Engelbert

Zo ontstond een groot probleem in Engelbert toen de Onderwijs Organisatie Groningen in een brief liet weten de dorpsschool te sluiten: er zou een nieuwe school in Tersluis (Meerstad) komen. Ouders waren verbijsterd en richten de werkgroep Behoud School Engelbert op. Hoewel het een conflict tussen de ouders en de onderwijsorganisatie betrof, bemoeide de wethouder en het gemeentelijke apparaat zich er actief mee. De gemeente, de onderwijsgroep en leden van de werkgroep onderzochten daarop de toekomst van de school met behulp van specialisten en uiteindelijk kwam men gezamenlijk tot de conclusie dat er een solide basis voor de school is – en blijft. De school verdween niet, maar kreeg zelfs een nieuw onderkomen – precies op de plek waar de ouders het hadden gewild: bij het Multifunctioneel Centrum.

Wat is leefbaarheid?

Het begrip ‘leefbaarheid’ duikt in vrijwel alle rapporten en toekomstvisie over Groningse dorpen op. Maar wat houdt het in? Vijf hoofdfactoren beïnvloeden de mate waarin een dorp.

  • Woonklimaat. Hoe ervaren inwoners het wonen – in en om het huis, in en om het dorp?
  • Sociaal klimaat. Hoe ervaren inwoners de manier waarop de dorpsbewoners met elkaar omgaan? Zijn er voldoende verenigingen? Hoe verbonden voelen ze zich met het dorp?
  • Verzorging. Zijn er voldoende voorzieningen in de buurt? Winkels, scholen, een gezondheidscentrum, een kerk, een café, openbaar vervoer?
  • Bestaanszekerheid. Hebben dorpsbewoners voldoende mogelijkheden om een inkomen te genereren? Zijn er geen bedreigingen in de buurt voor de bewoners en hun dorp?
  • Bestuurlijk klimaat. Ervaren de dorpsbewoners de zorg, de maatregelen en de manier van omgang van de gemeente, de provincie, en andere overheidsinstanties als positief? Hebben ze het gevoel dat er wordt geluisterd?