Hoe kunnen we ons idee het beste verwoorden?

Het idee staat je scherp voor ogen en past goed in de toekomstvisie van je dorp. Wat van groot belang is, is dat je dat idee formuleert in een vorm die ook voor anderen leesbaar, herkenbaar en functioneel is. Je zult je ideeën namelijk vrijwel altijd moeten delen met anderen: bestuursleden, verenigingsleden, vrienden en soms met officiële instanties als gemeentes, waterschappen, zorginstellingen, verzekeraars of ondernemingen. In alle gevallen dringt dan de vraag op hoe je ervoor zorgt dat je je idee zo goed mogelijk formuleert.

Dat neerzetten van je idee is niet alleen voor die anderen van belang, maar ook voor jou zelf als bedenker, belanghebbende en initiatiefnemer. Veel ideeën zijn namelijk in het begin nogal vaag, sommige zijn zelfs heel abstract. Een paar krabbels achterop een bierviltje, een paar steekwoorden: meer heb je vaak niet. Door je idee zo goed mogelijk te proberen te verwoorden, scherp je ook je eigen gedachten.

Welke vorm is het meest geschikt voor het uitwisselen van je ideeën met anderen? Is een kort gesprekje genoeg, moet je een tekening, een foto-collage of een Powerpoint van maken of wordt je idee pas serieus genomen als je er minstens twintig pagina’s geschreven tekst aan wijdt, met omslag en al? Dat antwoord hangt – vanzelfsprekend – af van je doel en je doelstelling. Aan wie wil je dit idee voorleggen, en waarom? Is het alleen voor het bestuur, voor alle leden, is het ook bedoeld om op de website en op Facebook te publiceren? Zorg dat de vorm en inhoud aansluiten bij de doelgroep en de doelstelling.

In dit stadium hoef je nog niet op alle vragen een antwoord te hebben, maar moet je wel proberen alvast na te denken over de antwoorden. Bedenk hoe mensen die aan de andere kant van de tafel zitten – je mogelijke partners, ondersteuners, participanten – op je idee zullen reageren en welke vragen ze zouden kunnen stellen. Dan ben je al een heel eind op weg. De vorm van de presentatie volgt dan eigenlijk vanzelf: een publiek dat dichtbij je staat heeft minder context en uitleg nodig: die weten al van alles over je dorp, de bewoners en hun behoeftes. Wil je je idee ook met groepen bespreken die minder dichtbij staan, dan zul je meer moeten uitleggen. Wat staat voor je ogen? Waar komt dit idee uit voort? Wie is de doelgroep? Hoe past dit initiatief in het dorp en in je organisatie?

Bij alles geldt: ga niet alleen uit van wat je zelf weet, maar probeer in te schatten wat de ander, met wie je misschien wilt sparren of samenwerken, wel of niet weet. Wat heeft de ander nodig aan informatie over je initiatief?

Bijvoorbeeld in:

Tjuchem Steendam

Toen de eerste plannen in 2014 loskwamen voor de wegverbreding van de N33 tussen Tjuchem en Steendam kwamen bezorgde burgers in het geweer. Samen met deskundigen sloeg de geformeerde ‘Werkgroep N33 Tjuchem’ aan het bedenken, plannen en berekenen en kwam uiteindelijk met een variant (X1 genoemd) die het best zou zijn voor de dorpen en de omliggende gebieden.

Er werd goed naar de opdracht gekeken die Rijkswaterstaat gesteld had, en er werd geprobeerd de belangen van alle stakeholders in kaart te brengen: bevolking, landbouw, natuur, economie, recreatie en leefbaarheid. Bestuurders werden in een bus rondgereden door het gebied en op knelpunten en kansen gewezen, zonder meteen een oordeel te vellen.

Uiteindelijk werd voor deze ‘bewoners’variant gekozen. ‘De plannen van de omwonenden scoren het beste op verkeersveiligheid en bereikbaarheid van de noordelijke regio, twee belangrijke doelen van de verdubbeling,’ schreven de Provincie en het Ministerie in een gezamenlijke persverklaring.

Vragen om je idee beter te kunnen formuleren

  • Wat? Wat houdt je idee precies in?
  • Wie? Voor wie zou dit initiatief heel belangrijk kunnen zijn? (En voor wie iets minder?)
  • Waar? Over welke plek gaat je idee? Waar vindt het initiatief plaats?
  • Wanneer? Wanneer zou het moeten beginnen? Hoe lang gaat het duren?
  • Hoe? Hoe kan je dit initiatief voor elkaar krijgen?