Hoe moeten we als organisatie omgaan met dit dorpsinitiatief?
Groningse dorpsbewoners bedenken jaarlijks honderden initiatieven om hun dorpen en gemeenschappen te verbeteren, te versterken en te verfraaien. Klein, groot, tijdelijk of permanent kunnen die initiatieven zijn, maar in vrijwel alle gevallen hebben ze daarvoor ondersteuning nodig van de gemeente: voor vergunningen, financiën, advies of anderszins. Hoe kun je daar als gemeente-ambtenaar, bestuurder of politicus het beste mee omgaan?
Bedenk dat burgers niet alleen gebruik maken van gemeentelijke diensten, maar zich vaak ook zelf verantwoordelijk voelen voor het wel en wee in hun dorp. Voorzieningen die verdwijnen worden vaak opgepakt en in stand gehouden door de bewoners (zie de overzichtskaart met dorpsinitiatieven) en ook om andere, eigener redenen, willen bewoners hun dorpen verbeteren, versterken en verfraaien.
Als een dorp initiatieven ontwikkelt, passen deze lang niet altijd in het eigen gemeentelijk beleid. Wat heeft een kinderspeurtocht met je gemeentelijk beleid te maken? Toch zul je als gemeente de meeste initiatieven naast je bestaande plannen – en die van provincies en rijk – moeten houden en ruimte moeten maken om ze te doorgronden en ze te ondersteunen. Elk initiatief is een mogelijkheid tot samenwerking tussen het dorp en het gemeentelijk apparaat. Neem dus elk initiatief serieus. Leefbaarheid, zo beseffen de meeste gemeentes inmiddels, kan op langere termijn alleen in stand worden gehouden als er meer wordt samengewerkt met burgers.
Wat daarbij belangrijk is, is dat dorpsbewoners lang niet allemaal thuis zijn in de gemeentelijke organisatie. Je zult ze dus op een of andere manier wegwijs moeten maken in je organisatie en het stelsel van regels, verordeningen en subsidies (zie kader hieronder).
Bewoners willen graag hulp van de gemeente – ook als ze officieel nergens mee geconfronteerd zijn, geen brieven hebben gestuurd en niets hebben gemeld. Ook willen burgers, individueel en collectief, vaak graag meedenken met de gemeente om uitdagingen het hoofd te bieden. Geef ze die kans, door pro-actief te zijn en de banden met initatiefrijke bewoners en groepen aan te halen – ook als er nog geen concrete vragen, mails of brieven zijn gestuurd.
Het belangrijkste is om dit soort ideeën, plannen en verzoeken niet als extra-opgave en onnodige werkbelasting te zien, maar als mogelijkheid om samen te werken. Probeer dus zo snel en zo goed mogelijk erachter te komen wat het bewonersinitiatief inhoudt, wat de vragen en zorgen zijn en wie er eventueel binnen de gemeentelijke organisatie vorm kan geven aan deze samenwerking.
Bijvoorbeeld in:
In de zomer van 2015 sloot De Holm in Den Andel voorgoed zijn deuren: met 9 leerlingen was de basisschool te klein om te overleven. Met het wegvallen van de school, viel ook een belangrijke ontmoetingsplek van het dorp weg. ‘Hier kwamen we elkaar allemaal tegen. De ouders, leerlingen, leerkrachten,’ memoreerde een inwoner in het Dagblad van het Noorden. Twee bezorgde inwoners probeerden dat saamhorigheidsgevoel weer terug te krijgen door de school om te vormen tot een ‘dorpsontmoetingscentrum’. En dat lukte, in 2017, ook dankzij samenwerking met de (toenmalige) gemeente.
De school werd na de sluiting door de toenmalige gemeente Winsum voor een symbolisch bedrag verhuurd, maar er gingen stemmen op om het pand te verkopen Daarop richtten de initiatiefnemers een stichting op, begonnen een (zeer succesvolle) crowdfundingsactie onder de dorpelingen, zochten sponsoren en schreven diverse fondsen aan. Het uiteindelijke aankoopbedrag werd bovendien door de gemeente verlaagd, zodat het gebouw kon worden aangekocht door de stichting. Op 28 november 2018 werd de koop van de voormalige school officieel. ‘De initiatiefnemers hebben van de Holm een ontmoetingsplek gemaakt waar veel inwoners graag even langslopen om met een kopje thee of koffie even bij te praten’, zei de toenmalige wethouder. ‘Opvallend is dat ook mensen die je bij andere activiteiten nooit ziet, hier aanschuiven. De Holm is daarmee in korte tijd een onmisbare voorziening geworden.’
Hoe betrokken zijn burgers bij burgerinitiatieven?
Volgens het onderzoeksrapport Democratie dichterbij – Lokaal Kiezersonderzoek uit 2018 (hier de PDF) deed gemiddeld 8 procent van de bevolking in de afgelopen vijf jaar mee aan een burgerinitiatief – in welke vorm dan ook. Het oordeel daarover was zeer positief: 82% was tevreden tot zeer tevreden over wat er bereikt was, 18 procent was dat niet.