Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons project na oplevering gaat leven?

De dorpsmoestuin, het dorpshuis en het ommetje zijn geopend, de eerste woningen zijn met eigen budget onder architectuur versterkt en de lokale energiecoöperatie heeft de zonnepanelen op het dak van een boerenschuur, feestelijk onthuld. Het project is af. En loopt. Nu begint volgens velen het echte werk. Want hoe zorg je ervoor dat je project waar zoveel tijd, energie en geld in is gestoken bezield blijft? Dat het enthousiasme niet verdwijnt nu het feest is geweest?

Wat kun je doen om de geest erin te houden? Daarvoor zijn volgens deskundigen vier elementen van belang: een duidelijke missie (die niet vaak genoeg herhaald kan worden), verbondenheid (in de vorm van gezamenlijke meetings/koffiepauzes/missies), communicatie (overleg) en waardering. En daar zou nog een vijfde aan toegevoegd kunnen worden: het vermijden van conflicten. Niets is zo desastreus voor een project dan een conflict dat misschien eerst sluimert en dan uitbarst. Wees dat dus voor. Weet wat er speelt en wuif onvrede niet te makkelijk weg.

Bijvoorbeeld in:

Kloosterburen e.o.

Dat zagen we bijvoorbeeld aan de dorpscoöperatie Klooster&Buren – een coöperatie van inwoners van de vijf dorpen Kloosterburen, Molenrij, Kleine Huisjes, Kruisweg en Hornhuizen. Een van de speerprojecten daarin was het woonzorgcentrum ’t Olde Heem dat de plaats innam van het oude – gesloten – bejaardencentrum. De dorpscoöperatie nam het gebouw in 2016 over en bracht er nieuw leven in, met behulp van betaald personeel en vrijwilligers.

’t Olde Heem werd een voorbeeldproject, kreeg internationale belangstelling en werd zelfs genoemd in een kersttoespraak van Koning Willem Alexander. Totdat eind 2018 het voltallige zorgpersoneel – zeventien mensen sterk – opstapte en een eigen vereniging – Loug Hogeland – oprichtte waardoor de zorg in het centrum geregeld kon worden. Uiteindelijk stopte het hele zorgteam van Loug Hogeland en moest de dorpscoöperatie op eigen voet verder.

Wat precies de oorzaak van het geschil was, wie gelijk had en wie niet doet eigenlijk niet ter zake: belangrijkste is dat zo’n conflict enorme sporen na kan laten – niet in de laatste plaats bij de zorgbehoefenden – en in veel gevallen kan worden voorkomen door tijdig het oor te luisteren leggen bij de klachten en onvrede van de – betaalde of vrijwillige – medewerkers. De schade van zo’n conflict kan zo groot zijn, dat het niet opweegt tegen de extra gesprekken, vergaderingen en eventueel mediation die je als organisatie had kunnen organiseren. Voorkomen is altijd beter dan genezen.

Tips om je project na de opening draaiende te houden

  • Laat je idee, plan en missie duidelijk zien: hang hem op zichtbare plek op en blijf hem herhalen.
  • Zorg voor verbondenheid. Zorg voor genoeg gezamenlijke momenten, zoals bij het begin van de werkzaamheden, de koffie- of lunchpauze en de wekelijkse of maandelijkse borrels.
  • Ga uit van de persoonlijke motieven van je vrijwilligers en medewerkers (als je ze niet kent: praat daarover).
  • Ga regelmatig in gezamenlijk én individueel gesprek over de functie, de werkzaamheden en de motivatie: wat kan er beter, wat zijn de eigen doelen?
  • Zorg voor genoeg speelruimte: niet iedereen kan altijd overal. Als men vaker gedwongen wordt om op tijden te werken die men eigenlijk niet wil, kan dit leiden tot absentie en afbreuk.
  • Zorg voor afwisseling en functieverandering – zeker voor degenen die daar behoefte aan hebben.
  • Laat regelmatig zien dat je het werk van eenieder waardeert. Vraag ook aan eenieder om dat óók te doen als ze dat willen.
  • Zet waardering ook om in daden: wees ruimhartig met getuigschriften, attenties, functies, feestavonden – voor zover mogelijk.
  • Probeer niet alles tussen neus en lippen te bespreken, maar organiseer ook officiële gesprekken en evaluaties.
  • Vermijd conflicten. Wees ze voor. Weet wat er broeit. Ga in gesprek met onrustigen.
  • Geef de mogelijkheid om kennis en ervaring op te doen en deskundigheid te bevorderen. Geef eenieder de mogelijkheid om via ervaring en kennis te groeien tijdens het werk.