Hoe zorgen we ervoor dat het initiatief na oplevering niet stilvalt?

De dorpsmoestuin, het dorpshuis en het ommetje zijn geopend, de eerste woningen zijn met eigen budget onder architectuur versterkt en de lokale energiecoöperatie heeft de zonnepanelen op het dak van een boerenschuur, feestelijk onthuld. Het project is af. En loopt. Nu begint volgens velen het echte werk. Want hoe zorg je ervoor dat je project waar zoveel tijd, energie en geld in is gestoken bezield blijft? Dat het enthousiasme niet verdwijnt nu het feest is geweest?

Wat kun je doen om de geest erin te houden? Daarvoor zijn volgens deskundigen vier elementen van belang:

  • een duidelijke missie (die niet vaak genoeg herhaald kan worden)
  • verbondenheid (in de vorm van gezamenlijke meetings/koffiepauzes/missies)
  • communicatie (overleg)
  • waardering.

En daar zou nog een vijfde aan toegevoegd kunnen worden: het vermijden van conflicten. Niets is zo desastreus voor een project als een conflict dat misschien eerst sluimert en dan uitbarst. Wees dat dus voor. Weet wat er speelt en wuif onvrede niet te makkelijk weg.

Bijvoorbeeld in:

't Zandt, Zeerijp, Eenum, Leermens, Oosterwijtwerd en Westeremden

In vijf dorpen ten oosten van Loppersum – 't Zandt, Zeerijp, Eenum, Leermens, Oosterwijtwerd en Westeremden – zaten ze rond 2010 met eenzelfde probleem: het regionale onderwijsbureau had hen duidelijk gemaakt dat de kleine dorpsscholen over enkele jaren niet meer kon blijven bestaan. Leerlingenaantallen daalden al jaren, de kwaliteit van het onderwijs daalde en de kosten zouden steeds verder stijgen. Sluiting van de kleine dorpsscholen was het enige wat er op zou zitten, volgens de vier scenario’s die de gemeente Loppersum had bedacht. Onmiddellijk kwamen de ouders van de schoolgaande leerlingen in actie. En met hen de dorpelingen en de dorpsverenigingen.

Acties werden op touw gezet en de werkgroep ‘kleine scholen Loppersum Oost’ werd opgericht. Resultaat daarvan was dat een vijfde scenario werd bedacht, door de dorpsbewoners zelf. Met feiten en cijfers ondersteund. Daardoor werden de ouders en dorpsbewoners eindelijk een volwaardige gesprekspartner voor de gemeente en het onderwijsbureau.

Een pilot kwam tot stand. De sleutel van het geheel bleek samenwerking te zijn: een netwerkschool.

Hoe houd je je project na de opening draaiende?

  • Laat je idee, plan en missie duidelijk zien: hang hem op zichtbare plek op en blijf hem herhalen.
  • Zorg voor verbondenheid. Zorg voor genoeg gezamenlijke momenten, zoals bij het begin van de werkzaamheden, de koffie- of lunchpauze en de wekelijkse of maandelijkse borrels.
  • Ga uit van de persoonlijke motieven van je vrijwilligers en medewerkers (als je ze niet kent: praat daarover).
  • Ga regelmatig in gezamenlijk én individueel gesprek over de functie, de werkzaamheden en de motivatie: wat kan er beter, wat zijn de eigen doelen?
  • Zorg voor genoeg speelruimte: niet iedereen kan altijd overal. Als men vaker gedwongen wordt om op tijden te werken die men eigenlijk niet wil, kan dit leiden tot absentie en afbreuk.
  • Zorg voor afwisseling en functieverandering – zeker voor degenen die daar behoefte aan hebben.
  • Laat regelmatig zien dat je het werk van eenieder waardeert. Vraag ook aan eenieder om dat óók te doen als ze dat willen.
  • Zet waardering ook om in daden: wees ruimhartig met getuigschriften, attenties, functies, feestavonden – voor zover mogelijk.
  • Probeer niet alles tussen neus en lippen te bespreken, maar organiseer ook officiële gesprekken en evaluaties.
  • Vermijd conflicten. Wees ze voor. Weet wat er broeit. Ga in gesprek met onrustigen.
  • Geef de mogelijkheid om kennis en ervaring op te doen en deskundigheid te bevorderen. Geef eenieder de mogelijkheid om via ervaring en kennis te groeien tijdens het werk.