Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit project na oplevering echt gaat leven?

De dorpsmoestuin, het dorpshuis en het ommetje zijn geopend, de eerste woningen zijn met eigen budget onder architectuur versterkt en de lokale energiecoöperatie heeft de zonnepanelen op het dak van een boerenschuur, feestelijk onthuld. Het project is af. En loopt. Nu begint volgens velen het echte werk. Want hoe zorg je ervoor dat je project waar zoveel tijd, energie en geld in is gestoken bezield blijft? Dat het enthousiasme niet verdwijnt nu het feest is geweest?     

Wat kun je doen om de geest erin te houden? Daarvoor zijn volgens deskundigen vier elementen van belang: een duidelijke missie (die niet vaak genoeg herhaald kan worden), verbondenheid (in de vorm van gezamenlijke meetings/koffiepauzes/missies), communicatie (overleg) en waardering. En daar zou nog een vijfde aan toegevoegd kunnen worden: het vermijden van conflicten. Niets is zo desastreus voor een project dan een conflict dat misschien eerst sluimert en dan uitbarst. Wees dat dus voor. Weet wat er speelt en wuif onvrede niet te makkelijk weg.

Bijvoorbeeld in:

Westerlee

In Westerlee introduceerde de initiatiefgroep Veur mekoar mit mekoar in 2016 een elektrische duofiets, waarmee vrienden of partners uit het dorp gezamenlijk tochtjes konden maken. De fiets werd door de gemeente in bruikleen gesteld en na de succesvolle introductie werd de duofiets nog een jaar lang door de gemeente uitgeleend. Gemeentelijk ingrijpen zorgde er dus voor dat de functionaliteit van het project werd verlengd.

Hoe houd je je project na de opening draaiende?

  • Laat je idee, plan en missie duidelijk zien: hang hem op zichtbare plek op en blijf hem herhalen.
  • Zorg voor verbondenheid. Zorg voor genoeg gezamenlijke momenten, zoals bij het begin van de werkzaamheden, de koffie- of lunchpauze en de wekelijkse of maandelijkse borrels.
  • Ga uit van de persoonlijke motieven van je vrijwilligers en medewerkers (als je ze niet kent: praat daarover).
  • Ga regelmatig in gezamenlijk én individueel gesprek over de functie, de werkzaamheden en de motivatie: wat kan er beter, wat zijn de eigen doelen?
  • Zorg voor genoeg speelruimte: niet iedereen kan altijd overal. Als men vaker gedwongen wordt om op tijden te werken die men eigenlijk niet wil, kan dit leiden tot absentie en afbreuk.
  • Zorg voor afwisseling en functieverandering – zeker voor degenen die daar behoefte aan hebben.
  • Laat regelmatig zien dat je het werk van eenieder waardeert. Vraag ook aan eenieder om dat óók te doen als ze dat willen.
  • Zet waardering ook om in daden: wees ruimhartig met getuigschriften, attenties, functies, feestavonden – voor zover mogelijk. > Probeer niet alles tussen neus en lippen te bespreken, maar organiseer ook officiële gesprekken en evaluaties.
  • Vermijd conflicten. Wees ze voor. Weet wat er broeit. Ga in gesprek met onrustigen.
  • Geef de mogelijkheid om kennis en ervaring op te doen en deskundigheid te bevorderen. Geef eenieder de mogelijkheid om via ervaring en kennis te groeien tijdens het werk.