Economie, milieu, natuur en klimaat
Maatschappelijke veranderingen op het gebied van natuur en milieu hebben vaak grote economische consequenties. Energietransitie is altijd ook een economische transitie. Klimaatmaatregelen en economie gaan daarom hand in hand, ook in de dorpen.
Daarbij spelen belangrijke vragen als:
- Welke stimulans is er voor startende en groeiende energiecollectieven of innovatie?
- Hoe kan dit leiden tot een duurzaam economisch klimaat?
- Hoe bevorderen we een nieuwe gebiedseconomie met natuur, recreatie en toerisme?
- Hoe zorgen we voor een schonere lucht en minder (geluids)overlast?
- Hoe dragen we bij aan begrippen als CO2-neutraal, klimaat-adaptief en natuur-inclusief?
Ondernemersplekken
Wat wil ADA?
Om een ‘ondernemersklimaat’ te stimuleren en de combinatie werken-en-leven te verbeteren kan de gemeente proberen startersplekken, (innovatieve) broedplaatsen en (thuis)werkomgevingen in een dorp te creëren. Dorpen en buurten worden zo leefbaarder, vooral als ook onderwijs, voorzieningen en ondernemerschap hierbij geïntegreerd worden.
Hoe kun je dit als gemeente voor elkaar krijgen?
Als de gemeente maatschappelijke voorzieningen als scholen, dorpshuizen of andere voorzieningen bestemmen zou er ook geluisterd moeten worden naar de wensen van ondernemers en werknemers. Met behulp van leningen, garantstellingen en/of subsidies zouden zo ondernemersplekken kunnen worden gecreëerd. Ook kan er via (flankerend) beleid naar een combinatie van leefbaarheidsvoorzieningen (onderwijs, zorg, welzijn, vrijwilligers etc) gestreefd worden. Hier kan de haalbaarheid van dit soort initiatieven sterk toenemen.
Hoe pas je dit toe als gemeente?
De gemeente kan stimuleren dat er faciliteiten komen voor startende ondernemers in dorpen of het creëren van creatieve en/of innovatieve omgevingen ondersteunen. Daarbij kan ook samengewerkt worden op andere maatschappelijke thema’s zoals zorg, vrijetijdsbesteding of vrijwilligerswerk. Hierbij kan ook verbinding gezocht worden met het onderwijs. Ook de wens om bijvoorbeeld op afstand kunnen werken middels thuiswerkplekken of dichtbijhuis-werkplekken bieden kansen om te komen tot nieuwe woonwerkomgevingen. Cruciaal hierbij zijn bereikbaarheid via (openbaar) vervoer, en goede communicatiemogelijkheden zoals glasvezel.
Herbestemming
Wat wil ADA?
Aandacht vanuit de gemeenten voor economisch in onbruik geraakt voorzieningen, gebouwen of terreinen, vaak met milieuproblemen, door beleid en middelen.
Hoe kun je dit als gemeente voor elkaar krijgen?
De gemeente kan omgevingen zoals oude bedrijfspanden of ongebruikte voorzieningen, braakliggende gronden, verkrotte industriepanden of leefbaarheidsproblemen herbestemmen of saneren, via ruimtelijke instrumenten of economische stimulering (ontwikkeling of subsidiering). De gemeente heeft naast de zorg voor een goede ruimtelijke ordening ook de zorg voor een goed economisch klimaat, temeer omdat het eventueel ontbreken daarvan rechtstreeks van invloed is op de gemeentebegroting.
Hoe pas je dit toe als gemeente?
Transformeer historische industriële terreinen tot nieuwe economische gebieden of andere bestemmingen voor natuur en milieu, voorzieningen, recreatie of wonen, in samenwerking met eigenaren. Hierbij kan zowel via de bestemming (omgevingsplan) als via ontwikkeling (de grondexploitatie/vastgoedexploitatie) of middels samenwerking met eigenaren (middelen en organisatie) bijgedragen worden aan het verbeteren van het economisch klimaat en het saneren van milieuproblemen.
Dorpscoöperaties en plaatselijke economie
Wat wil ADA?
Gemeentelijke samenwerking met de dorpen op tal van economische onderwerpen zoals innovatie, energie, vervoer, milieu, natuur, klimaat, recreatie en gebiedsontwikkeling.
Wat kun je als gemeente doen?
Gemeenten kunnen verschillende economische activiteiten stimuleren middels leningen en garantstellingen maar ook met subsidies, als daar specifiek beleid voor is. Als er geen beleid voor is kan hiervoor beleid gemaakt worden of verbeterd. Op grote thema’s zoals energie, vervoer of de zorg is vaak wel (economisch beleid).
Daarnaast zijn voor verschillende activiteiten vaak vergunningen nodig die door gemeenten verleend kunnen worden. Ook is regionale afstemming van belang waarvoor bij gemeenten vaak een beter inzicht in de situatie hoort te zijn. Gemeenten kunnen ook hulp bieden bij een eerste inschatting of een project haalbaar kan zijn of niet. Het is daarvoor wel noodzakelijk dat ook initiatiefnemers zelf over de nodige kennis en organiserend vermogen beschikken om tot een goed doortimmerd plan te komen.
Hoe pas je dit toe als gemeente?
De gemeente kan dorpsbewoners ondersteunen die energie-, zorg- of gebiedscoöperaties willen oprichten. Voor een succesvolle coöperatie met economische activiteiten is namelijk een goed bedrijfsmodel nodig die de activiteiten duurzaam maakt. De rechtsvorm of samenwerkingsvorm is hierbij dienstbaar aan het voornemen om met elkaar samen te werken en daarover heldere afspraken te maken. Met advies en financiële ondersteuning (subsidies, regelingen) kan de gemeente hierin een belangrijke rol vervullen.
Lokale recreatie, rentmeesterschap en gebiedscoöperaties
Wat wil ADA?
Door veranderende wensen en eisen aan het gebruik en de inrichting van ons land is het verstandig om na te denken over een ander gebruik van het gebied in en en rondom ons dorp, bijvoorbeeld op het gebied van de traditionele akkerbouw en veeteelt. Als dorpen zouden we graag met ondernemers en agrariërs, samen met andere dorpen, in overleg met de gemeente betrokken willen worden bij het ontwikkelen van visie en modellen voor een nieuw of ander gebruik van ons landschap.
Hoe kun je dit als gemeente voor elkaar krijgen?
Gemeenten gaan over de bestemming van het landschap en hebben hier vaak een visie op die resulteert in beleid. Gemeenten werken hierin regionaal samen in overleg met provincie en andere terreinbeheerders zoals de waterschappen of Staatsbosbeheer en agrariërs.
Aan deze visie kunnen door gemeenten stimulerende (economische) maatregelen gekoppeld worden zoals de gebruikelijke leningen, garantstellingen en/of subsidies. Er zijn echter ook mogelijkheden voor samenwerkingen waardoor bij een ander gebruik van het landschap nieuwe bedrijfsmodellen ontwikkeld kunnen worden.
Hoe kan het toegepast worden?
Door bijvoorbeeld een recreatieschap op te richten waarin naast een veranderende landbouw die wellicht meer natuur-inclusief kan worden ook ruimte is voor natuur en in het bijzonder in een vorm waarbij ook nadrukkelijk sprake kan zijn van recreatief medegebruik. Door als dorpen, gemeenten en terreinbeheerders samen te werken, nieuwe economische activiteit (recreatie) mogelijk te maken en door samen een aantrekkelijk landschap vorm te geven kunnen er nieuwe bedrijfsmodellen ontwikkeld worden. Hierbij kan de rol van rentmeester verbreed worden en kan er zelf sprake zijn van natuur-inclusieve gebiedsontwikkeling.
Naast natuur is er ook enorme behoefte aan meer watergebieden en klimaatadaptatie. Ook de landbouwsector zal hierdoor kunnen innoveren. Door samen op nieuwe manieren op het landschap ‘te passen’ kunnen budgetten bij elkaar gebracht worden, moet er opnieuw naar de onderliggende ‘waarde’ gekeken worden en ontstaan nieuwe organisaties. Hierin zijn voorbeelden in andere gemeenten en regio’s te vinden. De rechtsvorm of samenwerkingsvorm is hierbij dienstbaar aan het voornemen om met elkaar samen te werken en daarover heldere afspraken te maken.